Kindermishandeling vindt meestal plaats achter gesloten deuren, en emotionele mishandeling en verwaarlozing zijn moeilijk herkenbaar. Zonder ingrijpen kan de mishandeling jarenlang door blijven gaan. Er zijn veel factoren die kunnen wijzen op kindermishandeling. Meestal komen verschillende signalen tegelijk voor. Dergelijke signalen bewijzen niet dat een kind mishandeld wordt, maar het zijn wel aanwijzingen dat er mogelijk iets mis is.
Als u een vermoeden hebt dat een kind mishandeld wordt, doe dan iets. Als u direct contact hebt met het mogelijke slachtoffer, geef het uw aandacht en vertrouwen zodat het weet dat het bij iemand terechtkan. Praat met de mensen uit de omgeving van het kind en vraag naar hun indruk. Op school kunnen dat uw collega’s zijn, de schoolarts of de interne begeleider. In een thuissituatie kunnen het de buren, buurtkinderen, vrienden of de wijkagent zijn.
Wanneer een kind u vertelt dat het mishandeld wordt, neem dat dan serieus. Luister naar zijn verhaal en laat merken dat u het erg vindt. Vertel het kind dat het niet zijn schuld is en dat hij niet de enige is die zoiets meemaakt. Zeg dat het moedig en verstandig is dat hij erover praat en dat u hem zult helpen. Beloof geen geheimhouding, maar zeg dat u niets zal ondernemen zonder zijn toestemming. Probeer het kind te motiveren om samen hulp te zoeken, bijvoorbeeld door de mishandeling te melden bij Veilig Thuis. Ook bij twijfel kunt u contact opnemen met Veilig Thuis. Deze instantie weet waar ze op moet letten en hoe het kind geholpen kan worden.